Column

Edwin Oberjé is docent HBO Verpleegkunde bij Zuyd Hogeschool.


Reacties naar: edwin.oberje@zuyd.nl

Hoe kunnen we reflectiemodellen effectief inzetten?

In het hbo zijn studenten vaak verplicht om te reflecteren op hun persoonlijk en professioneel handelen. Zo worden ze regelmatig aangestuurd om één reflectiecyclus te schrijven voor een relatief veelomvattend en allerminst concreet proces; bijvoorbeeld het schrijven van een bachelor thesis, een volledig verpleegkundig proces of een stageperiode. Omdat er hier geen sprake is van een concrete en kritische situatie, is het voor studenten onmogelijk om concreet te beschrijven wat hun taak was, welke concrete acties ze ondernomen hebben, wat het resultaat daarvan was, en hoe ze in de toekomst willen handelen. Hierdoor heeft reflectie vaak een ongewenst beperkt leerrendement. Let wel; ik wil in deze bijdrage allerminst de waarde van methodische reflectiemodellen devalueren, noch ontmoedigen dat ze gebruikt worden. Mijn wens is juist om methodisch reflecteren dieper te integreren in het hbo. Maar dan wel graag op een effectieve wijze.

Verpleegkundige Tommie Niessen, bekend van het onlangs verschenen en veelbesproken boek Tommie in de Zorg (1), stipte bovenstaand reflectieprobleem ludiek aan. Op pagina 40 van zijn boek beschrijft hij op luchtige wijze dat hij tijdens zijn studie veel reflectieverslagen heeft geschreven, maar dat zijn ervaren meerwaarde hiervan slechts zeer beperkt is. Reflectie kan haar doel dus voorbij schieten indien studenten niet worden aangestuurd op het concretiseren van de (leer)situatie. En daar ligt zeker ook een taak voor ons docenten.


Bij de hbo-opleiding waar ik werkzaam ben, worden studenten bij onderwijsactiviteiten verplicht gesteld om te reflecteren volgens methodische reflectiemodellen. De meest bekende en meest gebruikte reflectiemodellen zijn Korthagen (2) en STARR (3). Met deze reflectiemodellen nemen studenten op systematische wijze hun persoonlijk en professioneel functioneren en de consequenties daarvan onder de loep. Door reflectiemodellen te gebruiken, kunnen zij hun gedrag als aankomend professional theoretisch onderbouwen en daarvan beargumenteerd afwijken indien nodig. Reflecteren is daarmee bij uitstek een methode om professionals bewust te maken van hun eigen handelen en verbeteringen door te voeren in soortgelijke situaties. Daarbij is het echter van groot belang dat dat concrete situaties en concreet gedrag het vertrekpunt vormen van die reflectie. Dat verhoogt niet alleen het leerrendement, maar maakt studenten ook duidelijk waarom reflecteren belangrijk is. Voorbeelden binnen mijn vakgebied van concrete situaties en concreet gedrag die kunnen leiden tot effectieve reflectie zijn: ‘Hoe kan ik een agressieve patiënt met dementie kalmeren?’, ‘Hoe kan ik mij professioneel voorstellen aan mijn begeleider op mijn eerste stagedag?’, en ‘Hoe kan ik omgaan met een depressieve patiënt die in tranen uitbarst nadat hij over zijn uitzichtloze situatie verteld heeft?’.


Mijn kernboodschap is dat we hbo-studenten moeten blijven stimuleren om te reflecteren op hun persoonlijke en professionele functioneren. En als we hen dwingen om daarbij een methodisch reflectiemodel te gebruiken, dan moeten we hen én onszelf ook dwingen om te focussen op sterk afgebakende en concrete situaties.