Interview

Jeroen Winkels
De auteur is hoofd Academische zaken bij de Open Universiteit
.

Reacties op dit artikel naar: jeroen.winkels@ou.nl

‘Nederland moet groene start-ups stimuleren’

Willem Vermeend, oud-politicus en hoogleraar Economie 4.0 aan de Open Universiteit (OU), verzorgt de keynote lezing tijdens de opening van het academisch jaar 2019-2020 van de OU. Als hoofdspreker gaat hij met name in op het Nederlandse klimaatbeleid. “De aardbol kunnen we niet redden met belastingverhogingen, wel met slimme technologieën.”

Willem Vermeend is een allesdoener. Hij begon zijn carrière als universitair docent en zat van 1984 tot 1994 namens de sociaaldemocraten in de Tweede Kamer. In die tijd diende hij negen wetsvoorstellen in waarvan de bekendste de spaarloonregeling en de fiscale regeling voor groene beleggingen zijn. Daarna werd hij staatssecretaris van Financiën en van 2000 tot 2002 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tussendoor, in 1991, werd hij benoemd als hoogleraar. Verder schreef Vermeend tientallen boeken en is hij columnist voor verschillende media. Sinds 2014 is hij hoogleraar Economie 4.0 aan de OU. In het jubileumjaar van de OU, de instelling viert dit jaar haar zevende lustrum, verzorgt Vermeend de keynote lezing tijdens de opening van het academisch jaar op 2 september in Utrecht. OI stelde hem, voorafgaand aan deze feestelijke bijeenkomst, enkele vragen.


Het onderwerp van uw lezing gaat over het Nederlandse klimaatbeleid. Waarom koos u voor dit thema?
“Die keuze heeft vooral te maken met onze maatschappelijke en economische toekomst. Het komende decennium zal de wereldeconomie razendsnel en ingrijpend veranderen. Voor alle landen zal dit maatschappelijke en economische gevolgen hebben. Wereldwijd worden deze gevolgen in hoofdzaak bepaald door drie centrale trends: ten eerste zien we overal verdergaande digitalisering van productie- en bedrijfsprocessen en de opmars van het gebruik van nieuwe technologieën zoals kunstmatige intelligentie. Ten tweede worden we geconfronteerd met voortdurende innovatieve ontwikkelingen van het internet of things en robottechnologie, en tot slot krijgt iedereen te maken met de effecten van klimaatverandering. Nationale en internationale maatregelen die daartegen worden genomen, in de vorm van een klimaatbeleid, bepalen de komende jaren dus voor een belangrijk deel onze toekomst.”


‘Wat ik mis in het klimaatakkoord is dat er niet veel meer nadruk gelegd wordt op investeringen in innovatieve technologie en onderzoek’

Eerder liet u zich kritisch uit over de nationale klimaattafels. Wat vindt u van het onlangs gepresenteerde klimaatakkoord?
“In een van mijn columns concludeerde ik dat de zogenoemde klimaattafels een akkoord hebben gepresenteerd dat gekenmerkt wordt door een ongekende bureaucratie en waterige en vage compromissen die niet effectief zijn. Daarbij werd bovendien de klimaatrekening bij de burgers neergelegd. De coalitie heeft het tafelakkoord gelukkig niet overgenomen en een eigen klimaatakkoord gepresenteerd dat op zich goed in elkaar zit. Daarbij doel ik vooral op de maatregel die de klimaatlasten in hoofdzaak bij het vervuilende bedrijfsleven neerlegt en de afspraak dat maatregelen kosteneffectief moeten zijn. Belangrijk is ook dat het kabinet de tijd neemt voor de invoering en zoekt naar voldoende draagvlak in de samenleving.”